"(Kitâb fusûs al hikam) Dit is een laatste verhandeling van Ibn Arabî, bekend onder de titel ""De wijsheid van de profeten". Het is een meesterwerk van de wereldliteratuur: door de verhevenheid van zijn denken, de strengheid van zijn ontwikkelingen, de spontaniteit en de beknoptheid van zijn stijl. Het staat dichter bij het Westen dan de grote verhandelingen van de oosterse metafysica van hindoeïstische of Chinese oorsprong, omdat de leer die het blootlegt wordt geïllustreerd met verwijzing naar de grote figuren van het Oude en Nieuwe Testament. Deel I bevat de vertaling van de inleiding van de auteur van de eerste 14 hoofdstukken die de esoterische betekenis van de volgende profeten blootlegt: Adam, Seth, Noach, Henoch, Abraham, Isaac, Ismaël, Jacob, Joseph, Sâlih, Shu'ayb, Lot , 'Oezayr."