Het begin van de islam heeft onuitwisbare sporen achtergelaten in de menselijke geschiedenis. In die tijd leidden een enorme kracht en momentum tot de opbouw van een welvarende, gestructureerde en krachtige nieuwe beschaving. Veel auteurs hebben de periode van de eerste vier kalifaten bestudeerd, een unieke historische periode na de dood van de profeet. Om de islam te begrijpen en de geschiedenis van de islamitische beschaving op een objectieve en constructieve manier te analyseren, beschrijft dit werk de belangrijkste gebeurtenissen van de cruciale periode die zich uitstrekt van de dood van de profeet tot die van de vierde kalief.

Worden in dit boek gepresenteerd: het leven en werk van de eerste vier kaliefen: Abou Bakr as-Siddîq, 'Omar Ibn al-Khattâb, 'Othman Ibn 'Affân en 'Ali Ibn Abî Tâlib. Elk van hen ontwikkelde voorbeeldige kwaliteiten en totale toewijding in de richting van staatszaken. Abu Bakr bereikte de eenheid van het Arabische schiereiland en organiseerde expedities om de islam te verspreiden. 'Omar gaf een solide structuur en bestuur aan de nieuwe en groeiende staat. 'Othman, bleef een voorbeeld van integriteit en tolerantie. 'Ali had de zware last om de moslims bij elkaar te houden.

Dit boek, dat ook de historische gebeurtenissen blootlegt die de grootsheid van de islam en zijn hoogtepunt voortbrengen, is het resultaat van diepgaand onderzoek, gebaseerd op onbetwiste referenties van moslimauteurs zoals: Ibn Kâthir, at-Tabarî, as-Souyoûtî en Ibn Sa 'd voor de ouden, al-Kindahlawî voor de tijdgenoten. De synthese van deze studie geeft het werk duidelijkheid, precisie en objectiviteit.