De Boodschapper van God (PSL) steeg naar de hoogste hemelen en passeerde hen, en doorkruiste zo het hele universum. Hij bevond zich toen in de buurt van Sidrat al-muntahâ (de Lotus van de Grens) waar het Paradijs wordt gevonden, de toevlucht van de vrome dienaren. De Boodschapper van God (PSL) voelde een aangename en koele wind met de geur van musk en hij hoorde een stem. Toen vroeg hij: "O Gabriël, wat is er? Hij antwoordde: “Het is de stem van het Paradijs die zegt (tot God): “Heer! Geef me wat U me beloofde. U hebt mijn kamers vermenigvuldigd, mijn fluweel, mijn zijde, mijn prachtige tapijten, mijn parels, mijn zilver, mijn goud, mijn vazen, mijn borden, mijn kannen, mijn vaten, mijn honing, mijn water, mijn melk en mijn wijn. Geef me dan wat U me beloofde!” God zegt: “Elke moslim en elke moslim is voor jou bestemd, evenals elke gelovige en elke gelovige vrouw, wie in Mij en in Mijn Boodschappers gelooft, werkt in het goede, verbindt niets met Mij en kiest naast Mij geen afgoden. Hij die Mij vreest is verzekerd (tegen Mijn straf). Wie Mij iets vraagt, geef Ik het. Ik beloon degene die mij leent en ik ben voldoende voor degene die op mij vertrouwt. Ik ben God. Er is geen god dan Ik. Ik breek Mijn belofte niet. De gelovigen zijn echt geslaagd. Eer aan God, de Beste der Scheppers.” De hemel antwoordde: "Dan ben ik tevreden." »